Latin America Magazine.
 

“Wat nooit echt begint, kan ook niet afgesloten worden” – interview met Carlos Quintela

09-09-2015 by Ruby Sanders
Regisseur Carlos Quintela spreekt op World Cinema Amsterdam

De nieuwe film van Carlos Machado Quintela, La obra  del siglo, opende op het afgelopen World Cinema Amsterdam het programma ‘Cine Caribe’. conSentido sprak de zachtmoedige regisseur in Amsterdam op zondagmiddag, de dag na het openingsfeest met Cubaans thema. Een kater heeft Quintela niet, zo verzekert hij; laat was het wel geworden maar gelukkig sliep hij in een hotel 100 meter van Rialto.

De jonge regisseur Carlos M. Quintela (1984) is dit jaar jurylid op het filmfestival World Cinema Amsterdam, waar zijn nieuwste film La obra del siglo ook te zien is. Eerder dit jaar won hij een Hivos Tiger Award op het IFFR in Rotterdam en zijn film werd gemaakt met financiële steun van het Nederlandse Huber Bals Fonds. “Ik word in Nederland inderdaad erg goed behandeld, ik voel me er inmiddels op mijn gemak. De HIVOS Tiger Award in Rotterdam heeft veel deuren geopend, en omdat Nederland nu eenmaal een klein land is, is het ook gemakkelijker in het wereldje bekend te worden.” Het juryschap is geen nieuwe taak voor Quintela, die ook op andere festivals al als jurylid aan mocht treden. En nee, het beïnvloedt niet de blik op zijn eigen werk. Natuurlijk word je als filmmaker geïnspireerd door andere films en door veel met mensen te praten over film, maar het is niet zo dat hij nu de trucjes kent om hem geliefd te maken bij festivaljury’s. “Je maakt natuurlijk ook geen film om bij een jury in de smaak te vallen”.

Vervlogen tijden 

La obra del siglo toont op droefgeestige wijze de vastgelopen levens van drie generaties Cubaanse mannen – zoon Leo, vader Rafael en opa Otto – die met zijn drieën een appartement delen in de verlaten ‘Electro-Nucleaire Stad Juraguá’, nabij Cienfuegos. Op deze plek in Cuba werd ooit het megalomane plan opgevat om in Cubaans-Russische samenwerking de eerste kerncentrale van het Caribisch gebied te bouwen. Met de val van de Sovjet-Unie kwam het hele plan tot stilstand, en decennia later is het ‘project van de eeuw’, zoals het genoemd werd, onafgemaakt en verlaten, op de grote appartementenblokken na – bedoeld voor de werknemers van de kerncentrale. Op deze plek heeft regisseur Quintela zijn film gesitueerd. Hoe kwam hij daarbij? Quintela vertelt dat de Electro-Nucleaire stad niet erg bekend is in het huidige Cuba; het is een plaats die door de overheid liever vergeten zou worden. Hijzelf reed er jaren geleden min of meer toevallig langs en het bleef in zijn hoofd zitten. Het verhaal van de drie mannen had hij al, en de situering op deze bizarre plaats, maakte het idee af. “Er wonen daar in die appartementen gewoon nog mensen, maar hen is de rug toegekeerd. Hopelijk kan deze film daar weer wat licht op schijnen.” En zo gaat film steeds heen en weer tussen het belichten van vergeten passages uit het verleden, en tegelijkertijd wijzen op het feit dat vele Cubanen zijn blijven hangen in de tijd.

Na jaren van stilstand komen in de werkelijkheid kleine veranderingen voor Cuba langzaam op gang, maar in La obra del siglo kijken de personages nog vooral achterom. Een belangrijk thema van de film is vervlogen tijd, geheugen en herinnering. “Inderdaad gaat deze film over het herinneren en het verleden. Dat is niet iets om bang voor te zijn en zeker niet om te vergeten. Je moet ook de consequenties van het verleden kunnen zien.” In dit geval: een utopisch project – symbool voor het revolutionaire Cuba? – is nooit van de grond gekomen, nooit echt geboren. “Iets wat nooit echt begint, kan ook niet afgesloten worden. En ja, dan blijven mensen hangen in het verleden, in iets onafs.” Daar verwijst ook het veelzeggende lied ‘Me quedé con ganas’ uit de aftiteling naar, achterblijven met een onbevredigend gevoel. En tegelijkertijd zet Quintela zo’n oud nummer weer even in het zonnetje. Dat gebeurt ook op andere momenten in de film; zoals tijdens de scene waarin grootvader Otto op een klein zwart-wit teeveetje kijkt naar een oud filmfragment waarin hij zelf de hoofdrol speelt. Hier toont Quintela een stukje van de jarenzeventigfilm De cierta manera, van de vroeg gestorven Cubaanse regisseuse Sara Gómez, vooral om aan te tonen dat personage Otto ook zijn gloriedagen heeft gekend. “Hij is niet altijd zo knorrig geweest, ook hij had zijn hopen en dromen. Hij was ook veel vrijer en positiever dan kleinzoon Leo nu is op die leeftijd.” Inderdaad is het personage van Leo, de jongste van de drie, het meest verontrustende uit de film. Hij zegt weinig en heeft nauwelijks perspectieven. Veelzeggend voor die generatie Cubanen? Quintela denkt van wel, ook al betreft het zijn eigen generatie. Hij ziet het om zich heen, apathie, stilstand.

obra-del-siglo

Wennen aan imperfectie

Gelukkig behouden de personages en daarmee de film het gevoel voor humor, een bewuste beslissing van Quintela, en een gelukkige. Hiermee bewaart de film een sprankje hoop voor de personages. En de personages zijn nu eenmaal zo, zegt Quintela; macho, een beetje zuur en seksistisch maar met goede bedoelingen. De stemmige fictie in zwart-wit van Quintela zelf is aangevuld met vele kleurrijke archiefbeelden uit de jaren tachtig en negentig, waarop te zien is hoe de optimistische plannen voor de kerncentrale worden omarmd door vele Cubanen. Grappig dat in het nu wrang aandoende optimisme van toen genoeg humor te vinden is, bijvoorbeeld als de cameraman wegdraait naar verschillende bevallige vrouwelijke vormen. Quintela beaamt erover nagedacht te hebben ook een volledige documentaire te wijden aan het project. Sterker nog, die plannen liggen momenteel op tafel, er moet ‘alleen’ nog financiering gevonden worden. “De uiteindelijke vorm van La obra del sigle is misschien niet de ideale, maar dat hoort ook wel bij het thema: niet volmaakt, imperfect. Filmen op Cuba is per definitie altijd een plan B, en zelfs C hebben, omdat er zo vaak dingen anders gaan dan gepland. Je leert flexibel zijn en wennen aan imperfectie.” 

Cuba hoe nu verder

La obra del siglo opende op World Cinema Amsterdam het programmaonderdeel ‘Cine Caribe’, als onderdeel waarvan verschillende Caribische films te zien waren, waaronder een aantal gemaakt door Cubaanse collega’s. Maar hoewel de buitenwereld het misschien graag zo zou zien, voelt Quintela zich nog nauwelijks onderdeel van een ‘nieuwe generatie’ Cubaanse filmmakers. “Daar is op dit moment nog geen sprake van. Sowieso komen vrijwel alle filmmakers uit Havana, uit andere steden hoor je heel weinig. Het zou goed kunnen dat hier de komende jaren verandering in komt, alle omstandigheden zijn er naar, maar dit bewustzijn moet echt nog op gang komen.” Ook met andere Caribische eilanden voelt Quintela helaas nog weinig connectie, Cuba heeft immers altijd meer gekeken naar Zuid-Amerika dan naar het Caribisch gebied. Maar ook dit is aan het veranderen,  in studies wordt Cuba al meer gezien als onderdeel van de Cariben. Ook de actuele gebeurtenissen rond Cuba – een dag voor de vertoning van La obra del siglo in Amsterdam heropende de Noord-Amerikaanse ambassade in Havana – tonen aan dat er dingen aan het veranderen zijn. “Er worden stappen gezet, maar welke richting op, dat weten we nog niet”, peinst Carlos Quintela. Tja, misschien moet je eerst een MacDonalds openen voordat je ‘m weer kunt sluiten. Die cyclus zal tijd kosten maar dit moet het land wel doormaken.”

Tijdens World Cinema Amsterdam kondigde het festival een nieuw project aan: GO CUBA. Met GO CUBA hoopt World Cinema Amsterdam de onafhankelijke filmproductie op Cuba de komende jaren een stimulans te geven. Stichting World Cinema Amsterdam zal in 2015, 2016 en 2017 een financiële bijdrage gaan leveren aan de productiekosten  voor speelfilms of documentaires van (jonge) getalenteerde Cubaanse filmmakers Er zullen met de GO CUBA-ondersteuning gerealiseerde films op de komende edities van World Cinema Amsterdam worden gepresenteerd. GO CUBA is mogelijk gemaakt dankzij ondersteuning door het Ministerie van Buitenlandse Zaken en de Nederlandse Ambassade in Havana. 

 

reageren