Als je veel volk moet voeren, dan is feijoada, een van Brazilië’s gastronomische specialiteiten, uiterst geschikt om mensen vol, tevreden, en blij te krijgen, dat wist Graça, mijn Braziliaanse collega mij te vertellen. Feijoada is daarnaast een gerecht met een verhaal.
Traditie luidt dat het oorspronkelijk een slavengerecht is. In het koloniale tijdperk, als de gerechten van de Portugese heer werden klaargemaakt werd het ongewenste restvlees (oren, staarten, ingewanden, taaie stukken e.d.) afgevoerd naar de barracas, waar zijn slaven leefden. De slaven bereiden deze stukken dier met het schaarse waar ze uit konden beschikken: kasave meel, maïs, zwarte bonen, wat wortelen, uien en specerijen. Het bereiden van de feijoada was een groepsaangelegenheid. Vrouwen bereidden het voor en mannen zaten ernaast muziek te maken, of speelden capoeira. Als het zwarte prut klaar was, zat jong en oud er samen van te eten. Door de eeuwen heen is dit slavengerecht een van de bekendste, en als je mij vraagt, lekkerste gerechten uit Brazilië geworden.
Zoals met de meeste traditionele gerechten, zijn er veel verschillenden manieren om feijoada te maken. Dit is mijn vegetarische versie ervan.