De dagelijkse routine van de eenvoudige boer Salvador wordt bruut verstoord als blijkt dat iemand een berg lijken op zijn land heeft gedumpt. Over zijn toeren haast Salvador zich naar het dorp om verslag te doen van de massamoord. De burgemeester en de korpschef willen niets weten van de lijken, die de verkiezingen misschien in gevaar kunnen brengen. Bang voor een publiek schandaal, wringen ze zich in allerlei bochten om de moorden geheim te houden. Ondertussen brandt de zon, zoemen de muggen, rinkelt de telefoon onophoudelijk en voelen ze de hete adem van een mensenrechtenorganisatie in hun nek.
“Eén dode persoon is een tragedie. Als er opeens vijftig doden liggen, is het een cijfer uit de statistieken”, zegt regisseur Carlos Moreno over zijn film Todos tus muertos. Het verhaal van boer Salvador vertelt volgens Moreno dan ook iets universeels, meer dan slechts de Colombiaanse situatie. Het gaat over het universele thema van onverschilligheid rond ellende, geweld en doden. De aanleiding voor het verhaal komt wel van een Colombiaans nieuwsfeitje dat Moreno ter ore kwam. Twee burgemeesters van aangrenzende dorpen ruzieden over een gevonden stapel lijken. Niet omdat ze zich nu zo een zorgen maakten over de overledenen in kwestie, maar vooral omdat geen van beiden de statistieken op zijn rekening wilde nemen. Dat er op deze onverschillige wijze wordt omgegaan met menselijk drama, verbeeldt Moreno op zwartgallige wijze.
Dat de autoriteiten en het ambtsapparaat het zwaar te verduren krijgen in de vertelling, is duidelijk. Naast de lokale autoriteiten en de gangsters die druk op hen uitoefenen worden ook internationale mensenrechtenorganisaties op de hak genomen. Duidelijk wordt dat ook zij weinig hebben in te brengen. Dat uiteindelijk niemand aan de onverschilligheid kan ontsnappen, maakt Moreno duidelijk door ook hoofdpersoon Salvador en zijn vrouw de avond na de benauwende gebeurtenissen op exact dezelfde onpersoonlijke wijze de liefde te laten bedrijven als de avond ervoor. Er is in feite niets veranderd, ook met hen niet. Ook het kleine zoontje van de twee handelt opportunistisch en pakt zodra er niemand kijkt, een stukje speelgoed dat hij goed kan gebruiken van tussen de lichamen. Om ook de kijker te confronteren met zijn eigen onverschilligheid – wie na het journaal overstapt op deze film valt al snel ten prooi aan de ‘gewenning’ van stapels lijken – verwerkt Moreno vervreemdende elementen in de film. Soms doet een lijk plotseling zijn ogen open en lijkt te leven. Hierdoor dwingt hij je stil te staan bij het gegeven dat deze onbekende lijken allemaal iemand zijn; een identiteit hebben ondanks de stoïcijnse wijze waarop ze behandeld worden.
De film heeft ondanks successen in het festivalcircuit het grote publiek in Colombia nog niet bereikt. Volgens Moreno omdat de Colombiaanse kijker vooral buitenlandse films te zien krijgt en de nationale cinema de rug toekeert. Met zijn volgende film El cartel de los sapos, een verfilming van een zeer populaire Colombiaanse televisieserie, die naar verwachting halverwege 2012 zal uitkomen, komt daar hopelijk verandering in. In Todos tus muertos is ondanks het universele karakter dat Moreno wil overbrengen, ook het Colombiaanse sterk aanwezig. De arepa die Salvador ’s ochtends nuttigt, de verzengende hitte, de lome sfeer in het dorp en de schandalig inefficiënte bureaucratie: duidelijk Colombia, maar wel een eenzijdig Colombia. Regisseur Moreno heeft weinig moeite gedaan naast zijn belangrijkste boodschap ook andere lagen in de film te verwerken. De boodschap die Moreno wil overbrengen is luid en duidelijk aangekomen. De manier waarop ook. De vraag is echter of deze manier werkelijk de beste is. De onverschilligheid van de karakters slaat onherroepelijk over op de kijker. Confronterend en beschamend eigenlijk, als je erover nadenkt, maar ook onafwendbaar. Het feit dat vrijwel elk mens schuldig is aan het soort onverschilligheid waarover Moreno spreekt, is geen nieuws. Een film als deze verbeeldt dat prachtig, maar is helaas geen remedie.
reageren