In Temblores, de nieuwe film van Jayro Bustamantes, wordt een homoseksuele man in Guatemala door zijn familie verplicht om therapie te ondergaan om te ‘genezen’, als hij tenminste zijn huis en kinderen niet wil verliezen.
De setting van Jayro Bustamantes tweede film kan op het eerste gezicht niet méér verschillen van zijn debuutfilm Ixcanul (2015). In plaats van vulkanische berglandschappen zijn we in de grote stad, in plaats van eenvoudige plattelandswoningen zitten we in kasten van huizen, in plaats van een tienermeisje als protagonist gaat Temblores over veertiger Pablo. En toch blijken de overeenkomsten groter dan de verschillen. Ook hier rommelt de grond, niet door vulkanisch as maar door herhalende aardbevingen (ofwel ‘temblores’). Ook hier moet de hoofdpersoon het hoofd bieden aan beklemmende familieomstandigheden, en ook hier breekt Bustamante met een indrukwekkend verhaal een lans voor een onderdrukte bevolkingsgroep in zijn land.
Pablo (Juan Pablo Olyslager), een veertiger uit een welgestelde familie in Guatemala, woont samen zijn vrouw Isa en hun twee kleine kinderen in een enorm huis even buiten de hoofdstad, inclusief antiek meubilair, bedienden (onder wie de geweldige María Telón, die we nog kennen uit Ixcanul, als Rosa) en streng beveiligde oprijlaan. In dit conservatief-christelijk elitemilieu is geen ruimte voor twijfel, zo blijkt uit de eerste scenes van de film, niet voor oprechte gevoelens, voor humor, afwijkend gedrag, en niet voor een rommelig uiterlijk. Voor wat wel eigenlijk? Voor geld, status, de mening van anderen, voor nette pakken, pareloorbellen, bemoeizuchtige ouders en kille kamers met zware houten deuren. Waarachter op gedempte en dreigende toon de familieproblemen worden besproken, als de dood dat iemand het zal horen. Qué dirán? (wat zullen ze zeggen?) is hier een veelgehoorde uitspraak.
En uitgerekend te midden van al dit conservatisme ontdekt Pablo dat hij – ondanks zijn huwelijk – op mannen valt. In ieder geval op één in het bijzonder: de vrolijke, aantrekkelijke Francisco, een vrijgevochten jonge homo. Sinds Pablo hem heeft ontmoet, kan hij er niet meer omheen. Hij is verliefd en ontdekt vol levenslust de progressieve lhbti-scene in Guatemala-Stad. Maar erg vrolijk wordt het verhaal niet daarna. De gebeurtenissen zijn ook de familie van Pablo ter ore gekomen (hoe wordt niet duidelijk), die daarna letterlijk in grafstemming verkeert. Zijn vrouw en ouders behandelen hem alsof hij iemand vermoord heeft, en het bekende elite-mechanisme ‘dit lossen we binnen de familie wel op’ schiet direct in werking. De deal is helder: wil Pablo zijn kinderen blijven zien, dan moet hij meewerken aan ‘conversietherapie’ vanuit de evangelische kerk die de familie bezoekt.
De therapie waaraan Pablo onderworpen wordt, is niet alleen vernederend en volstrekt weerzinwekkend (en ijzersterk in beeld gebracht), maar ook prijzig. En dat is niet het enige waar de kerk flink aan verdient: tijdens de diensten lopen vrijwilligers met pinautomaat langs de kerkgangers om hun bijdrage te innen. ‘Deals met God’, heeft Bustamante deze bijdragen genoemd. De evangelische kerken – immens populair in Guatemala – schromen niet hun zakelijke belangen voorop te stellen. De gelovigen waarderen de striktheid en het puriteinse karakter van de pinksterkerken juist, óók omdat de kerken veel diensten aanbieden die de overheid nalaat. Dat Pablo dit laat gebeuren is als kijker bijna niet voor te stellen – zelfs al kun je de sadistische chantage (de ruil voor omgang met zijn kinderen) invoelen. Er ligt natuurlijk meer aan ten grondslag: een levenslange indoctrinatie, de schaamte en schuldgevoelens die hij voelt, zelfs nadat hij uit de kast is gekomen. Dat maakt het voor de kijker soms lastig om met Pablo mee te voelen; een dappere keuze van Bustamante.
De keuze voor de hogere klasse is een bewuste geweest: Bustamante wilde laten zien dat iets – in de ogen van sommigen – zo bizars echt niet (alleen) gebeurt in armere milieus of onder mensen die geen idee hebben van de buitenwereld. Dit is de bovenlaag, de machtige elite. Dat is bijna net zo griezelig als de vrouw van de pastoor, die in mantelpakje en met strak opgestoken haar de ‘genezing’ van Pablo voor haar rekening neemt en daarmee het kwaad zelf lijkt te belichamen.
reageren