Het Latijns-Amerikaans Filmfestival van Vlaanderen benadrukt de kracht van film en kunst. De kracht van kunst, of ruimte maken voor emoties en verhalen achter feiten en cijfers. Zo beleeft een publiek ver weg in een cinemazetel wat er ergens anders gebeurt. Maar het is ook een manier voor zij die er midden in zitten om het verwerkingsproces te begeleiden.
De vormen om een verhaal te vertellen zijn eindeloos. Pequeñas voces (2010), een animatiedocumentaire van Eduardo Carrillo, woensdag 23 november op het Festival te zien, is hier een sterk voorbeeld van. In wat volgt bespreek ik deze animatiedocumentaire en twee andere vertelvormen waarmee Colombia zijn gewelddadig verleden tijdens de jaren tachtig en negentig een plaats probeert te geven. Ook wil ik een parallel leggen naar Latijns-Amerika en het verwerken van zijn recent verleden van autoritaire regimes en geweld.
Eén manier van omgaan met de nationale realiteit is literatuur. El ruido de las cosas al caer van Juan Gabriel Vásquez won de Premio Alfaguara de Novela 2011. Een verhaal over het verleden van een man en een land verteld door de jongvolwassen Antonio. Antonio groeide op tijdens de gewelddadigste jaren van de drugsoorlog in Colombia. Hij herinnert zich de legende van het landgoed Nápoles van drugsbaron Pablo Escobar dat hij kost wat kost wou bezoeken. Antonio herinnert zich vooral ook de angst. Zoals het personage Maya: “Una época especial, ¿no? No saber cuándo le va a tocar a uno. Preocuparse si alguien que tenía que llegar no llega.” (Een speciale periode. Niet? Niet weten wanneer je aan de beurt bent. Zich zorgen maken om iemand die moet thuis komen en niet aankomt.)
Belangrijk voor de vergelijking met Pequeñas voces is de aandacht doorheen heel het boek voor een generatie Colombianen die met angst is opgegroeid: “[…] a salvo de la peste de mi país, de su atribulada historia reciente: a salvo de todo aquello que me había dado caza a mi como a tantos de mi generación (y también de otras, sí, pero sobre todo de la mía, la generación que nació con los aviones, los vuelos llenos de bolsas de marihuana, la generación que nació con la Guerra contra las Drogas y conoció después las consecuencias).” ([…] veilig van de pest van mijn land, van zijn bedroefde recente geschiedenis: veilig van alles dat mij en mijn generatie achtervolgd had (en ook anderen, ja, maar vooral de mijne, de generatie die geboren is met de vliegtuigen, de vluchten vol met zakken met marihuana, de generatie die geboren is met de Oorlog tegen de Drugs en hierna de gevolgen leerde kennen.)
Pequeñas voces vertelt het verhaal van al deze kinderen. Er zijn vier hoofdrolspelers, maar geen enkel kind heeft een naam. De vier kinderen vertellen aan de hand van hun individuele herinneringen het gemeenschappelijke verhaal van alle door het geweld ontheemde kinderen. Ieder kind brengt een ander aspect: kindsoldaat bij de guerrillastrijders, gewond door een verloren bom, vermiste vader en ten slotte een geborgen thuis en familie moeten achterlaten. Het betreft de Colombiaanse kinderen die zijn opgegroeid tijdens het geweld. De jongeren en jongvolwassenen die desondanks vandaag verder moeten en de toekomst van Colombia op hun schouders dragen.
De animatiedocumentaire als vertelvorm is gebaseerd op verhalen en tekeningen van door het geweld geraakte kinderen. Door de leefwereld en een verhaalvorm eigen aan kinderen in te zetten, verkrijgt de film een poëtische oprechtheid. De hoofdrol van het kind wordt versterkt door enkel de kinderen, in een voice-over, aan het woord te laten. De volwassenen brengen hun emoties enkel auditief, met geluiden en enkele sporadische stopwoordjes. Visueel en auditief is deze Pequeñas voces overigens een pareltje. Beeld en geluid worden handig ingezet om emoties en betekenissen aan het verhaal mee te geven.
Net als in El ruido de las cosas al caer, en zoals in veel Latijns-Amerikaanse films, heeft Pequeñas voces een cyclische opbouw. In beide gevallen begint het verhaal in Bogotá om naar een idyllische landelijk verleden van voor de tijd van geweld af te zakken en zo terug te keren naar de op 2600 meter boven de zeespiegel gelegen hoofdstad. De lading die in Colombia aan de stad en het platteland wordt gegeven is ook steeds verlegd naarmate het geweld zich verplaatste. In Pequeñas voces begint het verhaal bij de kinderen in Bogotá die naar aanleiding van het geweld al ontheemd zijn en in de grijze hoofdstad wonen. Hierop keert de camera terug in het verleden naar het platteland waar de kinderen zijn opgegroeid. De levens van vier kinderen en hun familie worden idyllisch voorgesteld. Het gaat om de periode voor het gewapend conflict, maar terugkijken door jongeren en volwassenen op hun kindertijd impliceert ook los hiervan voor velen vaak een terugblik op een harmonisch verleden.
De kleuren van deze terugblik steken sterk af tegen de grauwheid van Bogotá. De vrolijkheid spat van het scherm. Gelukkige families, liefde in de lucht, hartjes in de ogen, spelen, grapjes en kietelen,… Zelfs de koffiebonen zijn blij en liggen gezellig te zonnen op een handdoek terwijl het meisje het drogen van de koffieoogst uitlegt. Toch vertoont het verhaal al enkele voorboden naar de scheur in het geluk. Op weg naar het dorp voor de koffieverkoop passeert de auto een tank. Tussen het spelen en verliefd worden op de markt in lopen ook de guerrillastrijders onheilspellend rond.
Het verlies en geweld dat stilletjes aan binnensluipt in de levens van de kinderen wordt visueel begeleid. Wanneer één van de vriendjes van de jongen in het guerrillaleger wordt vermoord, kleurt het scherm dieprood. Voor de strijd in het dorp tussen leger en guerrillastrijders losbarst, vliegt er een vogel door de lucht. Er volgt een parallel beeld van een helikopter en zo meteen ook de voorbode voor het gevecht dat het dorp verwoest zal achterlaten. Het geluksgeel dat de beelden kleurde bij het zien van een foto van moeder en zoon, wordt tijdens dezelfde strijd een dreigend geel.
Wanneer één van de kinderen bij een verloren bom zijn hand verliest, wordt de hand in een onderbroken streepjeslijn voorgesteld. Wanneer een oma moet vertrekken, wordt het verlies van het ouderlijke toeverlaat voorgesteld als een doorschijnend geestachtige tekening van zijn oma. De in het veld gevonden identiteitsdocumenten van één van de vaders worden doorschijnend afgebeeld. Terwijl deze wegwaaien, vraagt zijn dochter zich af of haar vader nog zou leven. Deze scène wordt ingezet en beëindigd met een blauw-zwart dreigende nacht. De muziek is prachtig synchroon met de emoties. Zoals de zware snaarinstrumenten wanneer de vader van de drie meisjes wordt meegenomen door de guerrillastrijders.
Terug in het heden van Bogotá leidt één van de kinderen de toekomst in. Hij vertelt dat hij ondanks alles verder kijkt dan de muren. Tijdens een voetbalmatch met al de hoofdrolspelers vertelt de jongen die zijn been en arm verloor dat hij door zijn handicap niet meer op het veld speelt. Hij wil echter geen medelijden. Hij wil vooruit en, begeleid door muziek die overwinning oproept, houdt hij in het laatste beeld van de film als keeper een bovenhoekschop tegen. Het zijn inderdaad de kinderen van toen die als jongeren van nu de toekomst van Colombia tegemoet moeten. Oudere generaties zijn verdwenen (oma van de jongen, papa van het meisje), moe, of bieden geen voorbeeld (de bewapenden, guerrillastrijders en het leger) . Het is aan de jongeren om met hun pijnlijke herinneringen het gewelddadige verleden een plek te geven en op die manier het land vooruit te helpen.
Een andere verhaalvorm die het verleden en heden van Colombia brengt, zijn narconovelas zoals El capo (2009, Colombia), El cartel de los zapos (2009, Colombia) en Las muñecas de la mafia (2009, Colombia). Ruby Sanders onderzoekt in haar scriptie Het verraad van martín: De narconovela en een nieuwe kijk op de Colombiaanse identiteit dit nieuwe genre binnen de Latijns-Amerikaanse soapseries. Ruby Sanders legt uit dat er wel eens wordt gezegd dat er in Colombia meer televisietoestellen zijn dan eender welk ander huishoudelijk apparaat. Ze stelt bijgevolg dat in Colombia de telenovelas toegankelijker en belangrijker zijn dan de nationale cinema. Zolang het debat gaande blijft, ziet ze een belangrijke rol voor de narconovela weggelegd bij het verwerken van het verleden.
Om af te sluiten even extrapoleren naar het bredere Latijns-Amerika. Hoewel het in verschillende landen in Zuid-Amerika goed gaat, met meer aandacht voor sociale programma’s en economische vooruitgang, weegt het recente verleden van geweld nog op de generatie jongeren die de toekomst van het continent vormt. Dit komt in veel Latijns-Amerikaanse films terug, subtiel in de dromen, angsten en het gebrek aan ouderlijke voorbeelden bij jongeren of expliciet. Voor de Latijns-Amerikaanse filmliefhebber een mooie filmtip: in Paloma de Papel (2003, Perú) van Fabrizio Aguilar vinden we een zelfde verhaallijn terug als in Pequeñas voces. Juan, tijdens het Peruaans gewapend conflict onder dwang opgenomen als kindsoldaat, zit als jongvolwassene in de hoofdstad Lima in de gevangenis. Hij denkt in een flashback terug aan zijn idyllische kindertijd en hoe deze door het geweld verstoord werd. Naar het einde van de film is Juan vrij en keert hij terug naar zijn dorp.
Ondanks de herinnering van het geweld bieden Paloma de Papel en Pequeñas voces een lichtpuntje hoop voor de toekomst. In Paloma de Papel aan de hand van verzoening uitgebeeld in de omarming van Juan met zijn jeugdvrienden. De kijker krijgt zo een glimp van Juan’s kinderlach te zien. In Pequeñas voces met het tegenhouden van de bal in de goal. In beide films gaat het overigens niet over wie schuldig is en wie niet. De films brengen het verlies en de chaos van oorlog naar voor.
Toch symboliseert het einde van de films het begin en de hoop voor de toekomst van de natie. Hoop die ook regisseur Oscar Andrade in een interview met el Portal de Aniamción y Videojuegos zegt te hebben willen meegeven: “En este caso la ética que nosotros quisimos resaltar es la siguiente: no importa cuanto nos haga sufrir la guerra o la situación de injusticia y desigualdad permanente que suceden en Colombia, siempre habrá lugar para la esperanza, la solidaridad y la unión familiar.” (In dit geval is de ethiek die we wilden benadrukken de volgende: het doet er niet toe hoeveel de oorlog of onrechtvaardige situaties en de voortdurende ongelijkheid die in Colombia plaatsvindt ons doet afzien, er zal altijd plaats zijn voor hoop, solidariteit en familiale eenheid.)
reageren