Over medicijnen, ziekenhuizen en gaten in het asfalt
Onlangs tijdens een borrel met een gemengde groep van Latino’s, Belgen en Nederlanders raakten we verwikkeld in een gesprek over medische ervaringen in Latijns-Amerika. ,,In Peru kun je heel makkelijk en zonder recept antibiotica kopen”, vertelde iemand; ,,je loopt een apotheek binnen, bestelt ze en je krijgt ze gewoon”. Iemand anders was in een Latijns-Amerikaans ziekenhuis terecht gekomen en werd “vrijwel onmiddellijk bij binnenkomst, voor ze überhaupt wisten wat er mankeerde lek geprikt en een infuus aan de arm gehangen”. ‘Latino’s slikken voor alles iets’, werd er gezegd. Ervaren vanuit een cultuur waar het slikken van antibiotica bijna gelijk staat aan duivelse praktijken en waar zelfs het slikken van een paracetamol eindeloos afgewogen moet worden (en waag het niet om bij een kater paracetamol te slikken! Je hebt zelf voor die kater gezorgd en dient je daarom in stilte jouw zelf veroorzaakte pijn te lijden), waren deze anekdotes als schrikverhalen bedoeld of op zijn minst om duidelijk te maken dat zoals het er daar aan toe gaat echt niet koosjer is. Vergelijkbare schrikbeelden uitte ook mijn aardige tandarts toen ik hem vertelde dat mijn verstandskies tijdens mijn laatste verblijf in Bolivia was verwijderd. Hij zei toen: ,,Bolivia, ach, wat erg! Daar wil toch niemand een tand eruit getrokken hebben!”
Als Latina in Nederland had ik mijn eigen schrikverhalen te vertellen. Hoe in Nederland mensen met griep of een verkoudheid zich liever vol overgave aan hun ziekte onderwerpen en ‘hun lijf het werk laten doen’, hoe lang dat ook mag duren en hoeveel last werk, familie en omgeving er ook van mogen hebben, dan dat ze er iets tegen slikken. En hoe in Nederland veel te gezonde mensen (die dus waarschijnlijk weinig antibiotica en weinig paracetamol hebben geslikt) veel te oud worden en uiteindelijk in een veel te dure flat eindigen, of als ze het nog slechter treffen (en dus nóg ouder worden) in een soort ziekenhuis – maar dan met te weinig personeel – terechtkomen waar ze met een opgedroogde poepluier aan hun billen liggen te wachten tot er weer een dag voorbij gaat. En dat ik vermoedde dat in Nederland zo weinig antibiotica wordt geslikt omdat een overgroot deel van de voorraad al aan de kippen en de varkens is vergeven.
Het bracht me op de vraag of we het hebben over wat wel of niet gezond is, of dat het gaat om niets anders dan de culturele beleving van gezondheid/ziekte en de culturele gebruiken eromheen. Ooit vertelde een docent tijdens een college dat Nederlandse stratenmakers op een hypothetische studiereis naar Brazilië hun plaatselijke collega’s waarschijnlijk voor gek zouden verklaren, want hoe kun je wachten tot er gaten in de weg komen om dan pas onderhoud te plegen? Precies hetzelfde zou andersom gebeuren: de Braziliaanse stratenmakers zouden hun Nederlandse collega’s maar raar vinden, want wie gaat nou een straat zónder gaten open breken en zogenaamd ter onderhoud alles opnieuw asfalteren?
Soms ligt het er maar net aan vanuit welke bril je de wereld waarneemt.
reageren