Speelfilmdebuut waarin de Mexicaan Andrés verschillende pogingen onderneemt om illegaal de grens met de Verenigde Staten over te steken. Intussen sluit hij vriendschap met twee vrouwen die hem wat werk en een slaapplek geven in een winkeltje, precies naast de enorme muur die hem van zijn doel moet weerhouden.
Na een aantal documentaires (bijvoorbeeld XV en Zaachila (2002) en El niño y sus necesidades básicas (1999)) debuteert Rigoberto Perezcano als fictieregisseur met de bescheiden maar intense speelfilm Norteado. Het is duidelijk te merken dat de regisseur een documentair filmoog heeft, dat zich in zowel de sobere, realistische stijl als de geëngageerde en persoonlijke thematiek uit. Regisseur Perezcano komt net als hoofdpersoon Andrés uit Oaxaca, een deelstaat in zuidelijk Mexico, waarvandaan vele Mexicanen hun reis richting het noorden aanvangen. Andrés’ manier van doen is volgens Perezcano typerend voor de streek waar ze vandaan komen. Schuchter bijna, stelt Andrés zich op tegenover anderen, en toch weet hij binnen korte tijd door te dringen tot de mannen en vrouwen die zijn pad kruisen.
Nadat zijn eerste poging om de grens over te steken – met behulp van een onbetrouwbare ‘coyote’ (mensensmokkelaar) – mislukt, komt Andrés bij toeval in contact met Ella, een zelfstandige en moeilijk te doorgronden vrouw die een kleine kruidenierswinkel runt. Via haar komt Andrés in contact met de mooie, jonge maar afstandelijke Cata, en de vriendelijke goedzak Asensio – die waarschijnlijk vooral hoopt op toenadering bij Ella. Verschillende keren probeert Andrés de grens over te komen, en verschillende keren eindigt hij in een detentiecentrum aan de andere kant van de muro de la tortilla (de ‘tortilla-muur’, zoals de grensmuur ook wel genoemd wordt), waar de beambten nors zijn en portretten van George Bush jr. en Arnold Schwarzenegger vanuit de verder kale muur smalend toekijken op de illegalen. Nadien keert hij steeds terug naar Ella en Cata, die beiden vereenzaamd zijn nadat hun echtgenoten wél zijn overgestoken en sindsdien niets meer hebben laten horen. Andrés belandt in een ongemakkelijke spagaat tussen de twee vrouwen, mar zorgt ervoor dat het nergens echt verkeerd loopt.
Regisseur Perezcano velt nergens een oordeel en dringt er ook geen op aan zijn publiek. Je zou de film als een ode aan de illegale immigranten kunnen zien, of op zijn minst een podium voor hen. De beeldtaal doet typisch Latijns-Amerikaans aan, en weet met maar heel weinig dialoog toch een indringende sfeer neer te zetten. De omgang tussen de verschillende personages; de dagelijkse, bijna banale routine en het schaarse gebruik van muziek doen documentair aan. Norteado lijkt door de minimale middelen en het schijnbaar abrupte einde wat onaf aan te voelen. Dit komt mede door het typisch Latijns-Amerikaanse cyclische karakter van de film. Waar het verhaal aanvangt met Andrés in een bus, onderweg en alleen; zo eindigt het ook. Er is feitelijk niet veel veranderd, we zijn slechts een kort moment getuige geweest van de levens van de hoofdpersonen. Zo is ook herhaling een belangrijk stilistisch aspect van de film: elke morgen verse koffie, af en toe een blikje bier. Zelfs het vertier komt in herhaling: zo zit Andrés met beide dames exact op dezelfde plaats in hetzelfde café, met dezelfde afloop. Niet alleen stilistisch, maar ook thematisch sluit deze vorm goed aan: de problematiek rondom de illegale immigratie is, net als de staat Mexico zelf, nog niet geconcludeerd. Alles is in beweging; de immigranten letterlijk; het land en de problematiek figuurlijk.
De thematiek is al vaak behandeld, weliswaar in verschillende vormen, maar toch weet Perezcano een nieuwe kijk op het thema te geven, door er niet perse een sociaal drama van te maken, maar eerder een persoonlijke schets van een individueel verhaal. Dat is beter te behappen en geeft de ruimte aan de acteurs om met hun personages de algemeenheden te overstijgen.
reageren