Las herederas is de eerste lange speelfilm van de Paraguayaanse regisseur Marcelo Martinessi (1973) die met zijn debuut meteen verschillende prijzen in de wacht sleepte. Het gevoelige en betekenisvolle drama, over twee samenwonende vrouwen van middelbare leeftijd – geliefden, al is dat niet altijd even duidelijk – won in Berlijn de Zilveren Beer voor beste actrice (voor Ana Brun als Chela), in San Sebastian de Sebastiane Latino Award en in eigen land de Jury Award op het World Cinema Amsterdamfestival.
Chela en Chiquita, twee Paraguayaanse vrouwen afkomstig uit (ooit) welgestelde families, zijn al meer dan dertig jaar een stel, en de romantiek spat niet bepaald van hun relatie af. In de loop der jaren hebben ze een vaste rolverdeling ontwikkeld: de extraverte Chiquita is verantwoordelijk voor het runnen van hun levens en de sociale contacten. Chela brengt daarentegen de dag door in haar eentje, schilderend en is terughoudend in contact met de buitenwereld. Hun financiële situatie dwingt hen om een deel van hun geliefde, geërfde inboedel te verkopen. Wanneer Chiquita vanwege fraude naar de gevangenis wordt gestuurd, blijft Chela plotseling alleen achter. Ze begint een taxiservice voor de rijke, oudere dames in de buurt. In haar nieuwe rol als chauffeur kruipt de passieve Chela uit haar schulp en weet zij haar verlangens te herontdekken.
Een van de eerste dingen die opvalt is de woning waarin Chela en Chiquita samen leven. Donker hout siert de woonkamer, zilverwerk prijkt in de klassieke ladekast, aan de muur hangen statige schilderijen, familieportretten misschien, een oude piano is onbespeeld vals geworden en de kroonluchters overzien dit alles. Duidelijk is dat deze vrouwen de erfenis van vele generaties meedragen. Niet onbelangrijk dus, in deze film over twee erfgenamen (de ‘herederas’ uit de titel). Zeker omdat ze door hun huidige financiële situatie gedwongen zijn de inboedel beetje bij beetje te verkopen.
De klassenverhoudingen, die duidelijk een belangrijke rol spelen in de film, zijn niet zo zwart-wit neergezet als je aanvankelijk misschien denkt. De klasse waaruit Chela en Chiquite afkomstig zijn, is armer en minder machtig geworden, waardoor het begrijpelijk gemaakt wordt dat de vrouwen vasthouden aan bepaalde voorrechten die ze gewend zijn. Hun verleden brengt ze trots – zo kan Chela het niet laten om de protserige types die hun huisraad komen kopen, te wijzen op de hoge kwaliteit van de spullen en het feit dat er niet wordt afgedongen. Tegelijkertijd laat Martinessi zien dat hun milieu ook een keurslijf is: ze maken zich grote zorgen over wat ‘de mensen’ zullen zeggen over hun problemen en Chiquita’s fraude en gevangenschap wordt met een leugentje verbloemd.
In die zin staat de gevangenis waarin Chiquita terechtkomt symbool voor de ‘gevangenis’ waarin de vrouwen feitelijk al jaren zitten. Hun relatie, hun huis, hun erfenis en hun milieu, vormen samen de gevangenschap. Dat Chela zich uit dat keurslijf en uit de ondergeschikte positie in de relatie weet los te worstelen, is daarom extra knap. In haar nieuwe rol als chauffeur van oude, nette dames uit de buurt (een set geweldige bijrollen), ontmoet Chela ook de dochter van een van hen – de jonge, sensuele Angy. Die ontmoeting trekt Chela uit haar comfortzone. Tegelijkertijd overkomt ook de opgesloten Chiquita – Martinessi filmde in een echte gevangenis in Paraguay – die middenin de harde maar levendige realiteit belandt, hetzelfde. En zo belanden de twee vrouwen onverwacht toch nog in het hier en nu.
De – bijna volledig – vrouwelijke cast bestaat voor een groot deel uit niet-professionele actrices, die met hun naturelle spel weten te overtuigen. De sociaal-maatschappelijke en ook politieke – Paraguay kende van 1954 tot 1989 een militaire dictatuur, waarvan de sporen nog altijd zichtbaar zijn – laag zal niet voor elke kijker meteen duidelijk zijn, maar dat hoeft ook niet. Het oprechte verhaal over heden en verleden, over herwonnen trots en onderdrukte verlangens, overtuigt ook op emotioneel vlak.
reageren