Conducta is op 21 augustus te zien in Rotterdam, in het kader van Festival Latino Americano Rotterdam.
Dat Cubanen dol zijn en trots op hun nationale cinema, is bekend. En dat ze in hun aanhoudende isolement vooral nationale filmproducties kunnen zien ook; in het verleden bekende parels zoals Memorias del Subdesarrollo en Fresa y Chocolate (van Tomás Gutiérrez Alea), Viva Cuba (Juan Carlos Cremata), en Guantanamera (Juan Carlos Tabío). Tijdens en na de revolutie werd de filmindustrie volop gesteund en filmmakers hadden relatieve vrijheid in hun uitingen. Daarom kon er in de films die vanaf de jaren zestig in Cuba gemaakt zijn een redelijk genuanceerd beeld van het land ontstaan, met ruimte voor kritiek of op zijn minst het op de hak nemen van de revolutionaire regering. Maar waar regisseurs als Gutiérrez Alea en Tabío bekend staan om hun humoristische verbeelding van de Cubaanse maatschappelijke realiteit, vol onverwachte en absurde plotwendingen, zwart-komische dialogen en vrolijke soundtracks, is er in de hedendaagse Cubaanse cinema voor deze joligheid nog maar weinig ruimte. Is de (jonge) Cubaan moegestreden? Is de lol van al dat bureaucratische absurdisme er wel vanaf? Of is de Cubaanse samenleving in zijn geheel verhard geraakt? Je zou het na het zien van de succesvolle film Conducta wel zeggen. Dit sociale drama (de tweede film van regisseur Ernesto Daranas), dat in Cuba direct na verschijning in 2014 enorm enthousiast ontvangen werd, is een stuk minder gezellig dan eerdere Cubaanse filmhits.
Conducta vertelt het verhaal van basisschoollerares Carmela, die aan het einde van haar carrière staat maar zich nog dagelijks met hart en ziel inzet en als mentor en soms zelfs surrogaat-oma haar leerlingen binnen en buiten het klaslokaal begeleidt. In het bijzonder richt de film zich op leerling Chala, een elfjarige jongen die alleen met zijn verslaafde moeder in een krotterige dakwoning in oud Havana woont; voor hen het brood op de plank moet zien te krijgen door als verzorger van vechthonden een zakcentje te verdienen, ondertussen kinderlijk kattenkwaad wil uithalen met zijn schoolvrienden, én zijn mooie klasgenootje Yeni voor zich wil winnen. Behalve weinig humoristisch is de film ook vrij conventioneel in opbouw en plot. Hier wordt een serieus verhaal verteld, een verhaal van zoveel arme en gemarginaliseerde Cubanen, dat tot nu nog geen gelukkig einde kent.
Wanneer Chala het in de ogen van de schoolleiding al te bont heeft gemaakt, en Carmela er niet is om voor hem te pleiten omdat ze herstelt van een hartaanval, wordt Chala naar een internaat, een escuela de conducta gestuurd. Carmela maakt deze beslissing direct ongedaan als ze weer aantreedt, maar moet dat bekopen met risico’s voor haar eigen loopbaan. En daar is meer aan de hand dan alleen een generatieconflict tussen fatsoenlijke oudgedienden en jonge ambitieuze ambtenaren, zoals in andere films dergelijke conflicten belicht worden. Het gaat hier ook om de aanhoudende strijd die veel Cubanen leveren tegen het logge bureaucratische systeem dat geen ruimte laat voor uitzonderingen. Dit thema wordt verder uitgediept door de slimme en ijverige leerlinge Yeni, die samen met haar vader ‘illegaal’ vanuit Holguin naar Havana is gemigreerd, en door de gemeentelijke politie met uitzetting wordt bedreigd. Het verbod op interne migratie vanuit het oosten naar het westen van Cuba, en de onmogelijkheid om iets buiten ‘het systeem’ om voor elkaar te krijgen, is een actueel probleem dat pijnlijk zichtbaar wordt gemaakt door deze verhaallijn. Ook opvallend is de afwezigheid en onmacht van mannen. Het zijn vooral de kinderen en vrouwen van wie Cuba het moet hebben, zo wordt allengs duidelijk.
De niet baanbrekende verhaallijn wordt in grote mate goedgemaakt door de setting, de acteerprestaties en de gevoeligheid van onderwerpen. Hierdoor weet de film de juiste snaar te raken. Voor de niet-Cubaanse kijker is het daarbij wel van belang de film in de juiste context te zien en voor de doorgewinterde arthouseliefhebber kan Conducta op momenten nogal melodramatisch aandoen, maar de kijker zal het Cubaanse publiek in het achterhoofd moeten houden. En dat nationale publiek haalt haar hart op aan de verbeelding van hun frustraties, zorgen, angsten, maar ook onderlinge solidariteit. Dit is een film die de sociale realiteit van alledag in een ongepolijst Cuba waarachtig vertoont, de onderdrukking durft te benoemen en die bovendien een ode brengt aan het kleine, dagelijkse verzet dat zo broodnodig is om verandering af te dwingen.
reageren