Latin America Magazine.
 

Special Colombiaanse literatuur: Antonio Ungar: De presidentskandidaat

05-09-2013 by Jasper Vervaeke

In juni 2003, nauwelijks een maand voor zijn dood, nam Roberto Bolaño deel aan een bijeenkomst van Latijns-Amerikaanse romanciers in Sevilla. De doodzieke schrijver las er de tekst ‘Los mitos de Chtulhu’ voor, maar eigenlijk had hij een toespraak voorbereid over de ‘nieuwe Latijns-Amerikaanse literatuur’. In ‘Sevilla me mata’ − de postuum gepubliceerde tekst van die nooit gehouden toespraak − overschouwt Bolaño de nieuwe generatie Latijns-Amerikaanse schrijvers. “Het panorama is veelbelovend”, besluit hij, “zeker wanneer je het vanop een brug bekijkt. Minstens vijfentwintig schrijvers steken hun kop boven het overvloedige water van de brede rivier”. Maar Bolaño zou Bolaño niet zijn mocht hij zijn opvolgers niet met een verontrustende voorspelling naar huis sturen: “Hoeveel onder hen zullen verdrinken? Ik denk allemaal”.

De jonge Colombiaan Antonio Ungar (°1974, Bogotá) werd door Bolaño vermeld als een van die veelbelovende watertrappelende schrijvers. Een hele eer voor een nobele onbekende. Ungar zou enkele jaren later pas echt doorbreken wanneer hij de Spaanse Premio Herralde kreeg voor Tres ataúdes blancos (2010), een roman die nu in het Nederlands uitkomt onder de titel De presidentskandidaat.

Hoofdpersonage José Cantoná leidt een lui leventje. Hij studeert architectuur, maar zonder veel toewijding, en vult zijn dagen verder met het drinken van cocktails en het tokkelen op zijn contrabas. De wrede politieke en sociale realiteit van zijn land, de fictieve Zuid-Amerikaanse republiek Miranda, laat hem koud. Het enige wat hem er enigszins mee verbindt, is zijn fysieke gelijkenis met oppositieleider Pedro Akira, de ultieme kanshebber om het tijdens de nakende verkiezingen te halen van de despotische president Fluit. Een dodelijke aanslag op Akira haalt José’s rustige leven onverwacht overhoop. Onder lichte dwang wordt hij naar voren geschoven als Akira’s vervanger. Voor hij het goed en wel beseft, belichaamt de dubbelganger de hoop op verandering.

Tot zover is De presidentskandidaat niet meer dan een amusante parodie op de typische Latijns-Amerikaanse dictatorroman. Maar net op het moment dat de thematiek en het bijhorende ironische en grootsprakerige toontje de keel beginnen uit te hangen, kondigt José aan: “Ik voel me zo goed dat ik nu alles in de tegenwoordige tijd vertel”. Terstond schakelt hij inderdaad over op korte, directe zinnen in de tegenwoordige tijd. Zo wordt het tempo opgedreven en verandert de roman van de ene bladzijde op de andere van genre: nu is De presidentskandidaat plots een ernstige thriller waarin José kennismaakt met het terreurbewind van president Fluit. Maar Ungar blijft de lezer op het verkeerde been zetten door te goochelen met genres en stijlen. Het zou spijtig zijn te verklappen wat hij nog zoal in petto heeft.

Kortom: Bolaño tipte de schrijver terecht als belofte. Nu maar hopen dat Ungar erin slaagt het hoofd nog een tijdje boven water te houden.

reageren

more Art and Media

more Reviews

more Colombia