Stef Biemans trekt in de Oost-Boliviaanse stad Santa Cruz op met Marco, een jonge activist van de marxistische jongerenbeweging Columna del Sur. Westerlingen zijn voor Bolivianen vooral de ‘gringos’, de witte Amerikanen. En aan die gringos heeft Marco een broertje dood. Het imperialistische Amerika vult immers zijn zakken met het leegroven van zijn land.
Synopsis
Toen Evo Morales president van Bolivia werd, was dat onderdeel van een ware linkse, anti-Amerikaanse lente in Latijns-Amerika. En waar die revolutie in de rest van het continent al lang weer op zijn retour is, is zij in Bolivia onder Morales nog springlevend. Het land moet volledig onafhankelijk van het westen worden. Marco heeft daarbij een socialistische samenleving voor ogen. Hij maakt anti-imperialistische muurschilderingen om zijn land wakker te schudden. In Bolivia beginnen revoluties niet op Facebook maar op de muren van de stad. Wat muren zijn voor het proletariaat, zijn de social media voor de bourgeoisie.
Marco neemt Stef mee naar de anti-imperialistische militaire academie, die in 2016 door Morales is opgericht. Wie in het Boliviaanse leger kolonel wil worden moet daar eerst anti-imperialistisch en strategisch leren denken. Marco drinkt ook geen Coca Cola. Wie dat drinkt, ondersteunt het Amerikaanse kapitalisme, vindt hij. En dan heb je bloed aan je handen. Want Amerika ondersteunde staatsgrepen in diverse Latijns-Amerikaanse landen, waaronder Bolivia. ‘Bovendien krijg je diabetes van Cola en is het slecht voor je botten.’