De taal die mensen spreken bepaalt grotendeels de manier waarop zij tegen de wereld, tegen elkaar en zichzelf aankijken. Dat is de premisse van de Mexicaanse film Sueño en otro idioma (I Dream in another language). Hoe de werkelijkheid beleefd wordt; wat de grenzen tussen realisme en surrealisme zijn: allemaal worden ze gevormd door taal. Dus wanneer een taal dreigt uit te sterven, verdwijnt daarmee ook een specifieke wereldvisie. Mooie stof tot nadenken, gebracht door de Mexicaanse broers Ernesto (regie) en Carlos (scenario) Contreras.
In Sueño en otro idioma trekt de jonge, knappe taalwetenschapper Martín naar een klein dorp in de jungle van de Mexicaanse staat Veracruz (er werd gefilmd in de weelderige Los Tuxtlas-regio), om daar de laatste twee nog levende sprekers van het Zikril op te zoeken. Deze bejaarde mannen, de zachtaardige Isauro en de nukkige Evaristo, waren ooit boezemvrienden maar voeren door een ruzie uit het verleden al vijftig jaar een koude oorlog. Martín weet aanvankelijk niet van deze geschiedenis, maar raakt vastbesloten de twee mannen te herenigen. In eerste instantie vooral om zijn eigen project – het Zikril vastleggen – te laten slagen, en gaandeweg ook om de mannen in het reine te laten komen met hun verleden. Martín wordt hierbij geholpen door Lluvia, de beeldschone kleindochter van Evaristo, op wie hij – weinig verrassend – een oogje krijgt. Via Lluvia leert hij ook de ware toedracht van de jarenlange ruzie kennen.
De Mexicaanse film Sueño en otro idioma is vanaf 17 januari te zien in de Nederlandse filmhuizen. Lees hier de hele bespreking van conSentido.