Voor Kleber Gomes, beter bekend als Criolo, was het leven hard en rauw in de megastad São Paulo. Als kind van migranten uit het arme droge Noordoosten van Brazilië groeit hij op in de sloppenwijken van deze betonnen jungle. In zijn teksten rekent Criolo af met onrecht, armoede en corruptie. In 2006 brengt hij zijn debuutalbum uit en in 2011 het album ‘Nó Na Orelha’, waarmee hij definitief doorbreekt in Brazilië. Zijn rap en zang, sterk geworteld in de Braziliaanse aarde, zijn krachtig op een milde manier. Samba, hiphop, dub, reggae en afrobeat wisselen elkaar speels af.